Er zitten ook voordelen aan onrustige tijden. Namelijk dat werknemers bewust (gemaakt) worden van de noodzaak van het leveren van toegevoegde waarde. Jezelf de vraag stellen: Wat voeg je toe? Wat is de toegevoegde waarde van je inzet? Een makkelijke vraag een minder makkelijk antwoord. Want wat voeg je als vuilnisman toe? Of als secretaresse?
Wanneer je mensen vraagt wat ze toevoegen dan krijg je over het algemeen drie antwoorden.
Als eerste de uitvoerders: “Ik doe mijn werk en ben er toch”.In mijn beleving de mensen die nog niet geheel bewust zijn van het feit dat ze het waarde toevoegen zelf in de hand hebben. En mogelijk nog in de oude tijd leveren. Wanneer ze niet bewust worden van de waarde dan betekent het dat ze wel eens bedankt kunnen worden.
Ten tweede de vragers: “Ik vraag elke dag wel een keer wat ik extra kan doen en op welke wijze ik kan helpen of iets extra’s kan doen”. Daarmee doe ik mijn best om meer te doen dan eigenlijk nodig is. Ik wil graag dat mijn inzet gezien en beloond wordt. Goede instelling en in transformatie fase van inzet naar echte waarde toevoegen. Wel het risico dat deze mensen zichzelf voorbij lopen, door alleen de waarde of toevoeging van een ander na te lopen.
De derde is de waarde toevoeger: “Ik kijk wat beter of efficiënter kan en pas dit aan om mijn eigen werk en dat van andere waardevoller te maken”. Kortom de personen die echt geld waard zijn. Niet aannemen maar door de materie heen kijken en daarmee zorgen voor een lerende omgeving. Achteraf vergiffenis vragen is daaraan het motto als het niet goed gaat.
De laatste wil je natuurlijk graag zien. Alleen dan zou het betekenen dat we continu aan het verbeteren zijn en niets meer uitvoeren. De combinatie van werknemers maakt het bedrijf. Het een kan niet zonder het andere. Dus het team voegt toe. Waar zonder laatste groep niet geleerd wordt er stilstand optreedt. Dan voeg je dus toe.
Dus: Als je waarde toevoegt ben je van waarde