Het ligt achter me, het Gambia Project 2012. Wanneer ik dit schrijf zit ik te wachten op Banjul Airport voor mijn vlucht terug.
Terugdenkend aan hoe het begon is het wel echt vanuit een eigen perceptie ontstaan. Tijdens een training van Insights vertelde Elma Niessen mij dat ze een wens had om een groot, lokaal hotel in Gambia te voorzien van de juiste dosis vaardigheden. Alleen hoe? Tja dan gaat bij mij de ideeën- en oplossingnfabriek open en gaan we los. Alleen dat kan bijna iedereen (toch?). Sylvia Ras noemde dit laatst heel mooi: creatiekracht. Iets waar René Boender ook over schrijft. En dan ga je aan de slag met het netwerk. Allemaal mensen die direct enthousiast waren zeker toen ook verblijf (barter deal natuurlijk) en vluchten via Arkefly geregeld bleken. De perceptie dat we wel even zouden gaan trainen, immers dat doen de meeste van ons elke dag, hebben we wel bij moeten stellen. En terecht! Want hoe leg je iemand uit wat vakantiestress is? Zeker als diegene een heel gezin moet voeden van 35 euro per maand.
Nu onderweg terug en een hele grote ervaring rijker kan ik stellen dat dit project mij weer meer inzichten en beelden heeft gegeven. Want wat zijn onze kinderen en wij zelf toch een gelukkig stel individualisten. Jij ook inderdaad. Arco Kats maakte de grap dat de piramide van Maslow er een extra laag na eten bij had namelijk internet verbinding. Tja dan weet je niet meer hoe gelukkig iemand kan zijn met een voetbal of een baal rijst. En dat als je ergens op etenstijd komt je altijd, hoe beperkt de voorziening en middelen ook, mee kunt eten. Dat is pas gastvrij. Anders dan wij die het moeten melden als je mee wenst te eten. Het echte delen zit bij de Gambiaanse mensen in de genen.
Ook was het machtig mooi om mensen te spreken, die analfabeet zijn, en je vertellen dat ze voor het eerst in 23 jaar weer iets leren. En dat ze het gevoel hebben gekregen dat ze er weer bij horen. Dan lopen de rillingen van geluk en trotsheid wel over je rug. Om maar niet te spreken over de dame die huilend voor Arco stond en nog door wilde gaan, zo vond het zo mooi.
En wat te denken van de sponshouding, ze willen alles van je leren, doen mee en letten 100% op. Anders dan die verwende Nederlanders die klagen en je eerst in de leermodus moet krijgen. Die Nederlanders moeten er zitten van hun baas. Dat het misschien voor hun eigen ontwikkeling en toekomst perspectief bedoeld is komt niet bij ze op denk ik dan maar? Waarschijnlijk klagen ze dan ook nog tijdens een functioneringsgesprek dat ze niet genoeg ontplooiing en ontwikkeling zien. De omgekeerde wereld zullen we maar zeggen.
Of dat wij aan de Gambiaanse trainees uitleggen dat onze kinderen denken dat melk uit een fabriek komt. In Gambia groeien de cocosnoten, avocado’s, mango’s, cashew vruchten (die had ik nooit eerder gezien) openlijk op straat in de bomen. Nee er is geen voedsel tekort, wel armoede, maar mensen en vooral kinderen zijn gelukkig. Zo zien ze er ook uit. Dat kunnen we van onze stampvoetende peuters niet zeggen. Slapend in hun eigen kamertje. Terwijl hier de kinderen, meisjes en jongens door elkaar, eerst bij de ouders in bed slapen en als dit te druk wordt de oudste kinderen naar de woonkamer verhuizen. Wanneer het echt te veel wordt is er bij grootmoeder een jongens kamer waar alle oudste jongens van de familie slapen, dat maakt ook het gevoel van samenhorigheid en delen zo groot.
De mensen zijn naast gelukkig, eerlijk en gastvrij ook erg trots. Hiervan hebben we erg goed gebruik kunnen maken. De slogan My Country, My Hotel, My Guest kwam zeker uit de verf. Inderdaad hebben we goed geanticipeerd op het feit dat men graag kadootjes krijgt en armbandjes draagt. Een ieder kreeg een oranje rubberen polsbandje met de slogan erop. Gedurende de training hebben we er van gemaakt dat de verantwoordelijk voor My Country, My Hotel, My Guest dan ook berust bij degene is die het band draagt. Letterlijk degene die er eigenaar van is en het omarmt. Een mooie en vooral pakkende beeldspraak.
Een andere bijzondere gewaarwording is het groeten geweest. Wat iedereen die je tegenkomt vraagt “How are you?”. En dan verwachten ze ook nog een antwoord. Eerst dachten we dat het aangeleerd gedrag was tot we besefte dat het een letterlijke vertaling van de eigen straattaal was. Daar groet men een ieder altijd eerst en vraagt hoe het gaat. Daarna pas gaat men over tot het gesprek. Doe je dat niet, dan ben je respectloos. Met andere woorden je geeft iemand het recht om een vraag te stellen door te groeten. Toch hebben we samen met de mensen besloten dat iets minder te doen. Want als je 12 keer per dag die vraag in het hotel krijgt wordt je als Europeaan niet echt blij. Dus groeten met de naam is een stuk beter dan.
Een fantastische ervaring die ik voor geen goud had willen missen. Meer lezen en foto’s bezien kan via de facebook pagina Gambia Project 2012.
Ik weet zeker dat ik er nog meer over zal schrijven want de ervaring moet nog een plaatsje krijgen. Het leert wel dat er meer en meer percepties zijn, want wat zien wij het allemaal door onze blik.