Ga naar de inhoud

Van krantenjongen tot…..

….. de lezer vult het zelf aan. Waarbij ik op geen enkel manier iets zou willen suggereren. Zeker niet op mezelf betrekkende. In de kerstperiode van het jaar denk ik altijd wel terug aan de periode als krantenbezorger. En dit jaar in deze periode dubbel.

Zo kwamen de bezorgers van de kranten voorbij voor de jaarlijkse nieuwjaarsgroet en de daarbij behorende “kerstgratificatie”. Daarbij zat een bezorgster, leuke meid, die ik meerdere keren met de auto de bezorging heb zien doen. Natuurlijk was mijn vooroordeel pak lekker de fiets. Echter ze gaf me het kaartje en toen merkte ik voor het eerst dat ze doof was. Op dat moment besefte ik welke mensen ik eigenlijk altijd als krantenjongen of meisje heb gezien. De kinderen van ouders die zelf ook met hun handen de zaken hadden verdiend. Veel vriendjes waar pa en ma hadden gestudeerd zag ik ander werk doen. Nooit een gehandicapte jongen of meisje en ook niet mensen die het werk gewoon doen.
Nu ben ik er nooit slechter van geworden, in tegendeel, ik leerde wat het was om van je verdiende geld spullen te kopen en te sparen. Wat opvallend was is dat het krantenmeisje eigenlijk wel indruk op me maakte. Ze deed het toch maar. Ter beeldvorming het was niet iemand met een bijbaantje (volgens mij), want ze brengt al meerdere jaren de krant. Iemand met zo een houding EN handicap zou ik morgen aannemen. Iets wat ik sowieso altijd belangrijk heb gevonden, welk bijbaantje heb je in je jeugd gedaan? De mensen die weten wat werken is nemen dit ook mee in de toekomst.

Een ander moment dat ik met het principe van krantenjongen tot…..in aanraking kwam was in de film Pietje Bell. Het kleine Rotterdamse boefje dat altijd iets verzint om aan geld te komen. Mooie ondernemers geest. Wat ook mooi is in dat verhaal is als hij tegen zijn vriendje, een jongentje die door zijn vader in elkaar geslagen wordt omdat vader geen werk heeft en dit op de kinderen afreageert, zegt: “We zijn toch vrienden. Die delen met elkaar en vertrouwen elkaar”. Een begrip waar we in de huidige tijd wel wat meer mee zouden kunnen doen. Een mooie grap die erin zit maar zo betekenisvol is wanneer de leraar Pietje Bell aanspreekt: “Kinderen die vragen worden overgeslagen”. Het gevatte en (het wordt in die tijd als brutaal gezien) snelle antwoord: “Kinderen die zwijgen zullen zeker niets krijgen”. Tja voor jezelf opkomen en je laten horen hoort daar zeker bij.

Voor mij is de krantenjongen tijd een begin van ondernemerschap geweest. Althans dat merk ik nu. Een extra wijk of met je collega ruilen in plaats van minder geld zijn leerzame zaken. En als je kijkt wat je eruit haalt? Heel mooi om de parallel te trekken met ondernemerschap en twee verhalen over een krantenmeisje en Pietje Bell:

  • Hard werken voor je centjes – vroeg op om voordat iedereen wakker is de krant te bezorgen.
  • Vertrouwen – dat heb je nodig om snelheid te verkrijgen
  • Delen – wanneer je kunt delen kun je ook vermenigvuldigen.

Waar een kerstperiode al niet voor voor is. In ieder geval een mooie ervaring en ontwikkeling van gedachtegoed als het gaat om je ondernemerschap in te richten.